Moeten & Hoeven - Learn Dutch level A2/B1

Hoi schat, fijn dat je thuis bent. Hoe was het op je werk? 

Goed, maar druk. Ik moet vanavond nog een uurtje werken, denk ik. 

Oh, wat vervelend voor je. 

Ach, het geeft niet. Het is altijd druk voordat we op vakantie gaan. Moeten we trouwens nog veel regelen? We gaan maandag al hè! 

Nou, we moeten nog wel een paar dingen doen, ja.

Wat dan? 

Nou, ik moet bijvoorbeeld mijn nieuwe paspoort ophalen bij de gemeente. Anders mag ik niet eens naar het buitenland! 

Ah, ja, natuurlijk. Gelukkig hoef ik dat niet te doen. Mijn paspoort is nog drie jaar geldig. 

Ja, maar jij moet je paspoort wel even zoeken. De vorige keer moesten we op het laatste moment het hele huis overhoop halen! 

Haha, ja dat is waar. Ik zal het straks even zoeken. En wat moeten we nog meer doen? 

Nou, dit jaar hoeven we een stuk minder te doen dan vorig jaar, want toen gingen we kamperen. Nu gaan we naar een hotel, dus hoeven we eigenlijk alleen onze koffers te pakken. Geen gesjouw met een tent dit keer! 

Ja, heerlijk! Moeten we de hotelinformatie nog printen, trouwens?

Nee, joh, dat hoeft toch allang niet meer! Dat staat tegenwoordig allemaal op je telefoon. Ik heb de app van de boekingswebsite gedownload.

Oh, je hebt gelijk. Wat handig, zeg. Zeg, wil jij dit jaar trouwens gaan duiken? 

Ja, natuurlijk!

Dan moet je je duikpasje niet vergeten hè!

Oh, maar daar hoef ik niet naar te zoeken hoor, want die zit gewoon in mijn portemonnee. 

Oké. En heb je de buurvrouw trouwens gevraagd of ze de plantjes water wil geven, terwijl we weg zijn? 

Nee, dat ben ik vergeten te vragen. Dat moeten we dit weekend inderdaad nog eventjes gaan vragen. 

Die grote cactus in de logeerkamer hoeft geen water hoor. Die kan wel een paar weken zonder water. 

Ik zal het haar zeggen. 

Fijn. Dank je wel. Hoef jij vandaag trouwens niet naar de hockeytraining? Het is al half zeven.

Jawel, maar ik hoef er vandaag pas om kwart voor 8 te zijn. We hebben een kortere training in verband met de hitte. 

Oh, oké. Zal ik zo even koken dan? 

Nee, dat hoeft niet, want we hebben nog restjes van gisteren. We hoeven het alleen maar even op te warmen. 

Lekker! Ik heb trek.