Word order adverbs in Dutch (TeMPO - rule)

Share&Save

Learn the theory

Word order of adverbs in Dutch

If you learn Dutch, you will soon notice that the word order of adverbs is strict. Often you first learn the TeMPO rule:
tijd (time) - manier (way) - plaats (place)
  • Ik loop morgen - alleen - naar school.
  • Het meisje liep vanmorgen - zingend - door onze straat.
  • Ik fiets elke ochtend - met tegenzin - naar mijn werk.
  • De voetballer stond gisteren - vol trots - op het podium.
  • Onze poes ligt elke avond - slapend - op mijn schoot.
  • Ik loop altijd - alleen - naar school.
Of course not every sentence has a time, way and place.
  • Ik loop morgen - naar school.
  • Onze poes ligt slapend - op mijn schoot.
  • Ik fiets elke ochtend - naar mijn werk.
  • De voetballer stond vol trots - op het podium.
The O in the TeMPO rule stands for onbepaald object (indefinite object)
  • Wij spelen morgen samen een spel.
  • Ik koop elke week een krant.
  • De voetballer nam gisteren vol trots op het podium een prijs in ontvangst.
  • De studenten gaven vorige week een groot feest.
But if you have a bepaald object (definite object) you use OTeMP
  • Wij spelen het spel morgen samen.
  • Ik koop de krant elke week.
  • De voetballer nam de prijs gisteren vol trots op het podium in ontvangst.
  • De studenten gaven hun grote feest vorige week.
You often have some flexibility, but if the object is a pronoun (het, hem, haar, etc.) OTeMP is really important!
  • Wij spelen het morgen samen.
  • Ik koop hem elke week.
  • De voetballer nam hem (de prijs) gisteren vol trots op het podium in ontvangst.
You'll find a PDF with exercises in our book shop!
comments

Login to leave a comment

Related practice books!

See all books