Logo/mini Copy

Pick the right option

Ik afwas de borden.

Ik was de borden af.

Ik was af de borden.

Pick the right option

Henk staat om 7 uur op.

Henk opstaat om 7 uur.

Henk op om 7 uur staat.

"Ruim je kamer op!" The infinitive verb is

.

"Het pak het cadeautje in." The infinitive verb is

.

"De auto haalt de vrachtwagen in." The infinitive verb is

.

Pick the right option

Het meisje heeft haar telefoon opgeladen.

Het meisje heeft laden haar telefoon op.

Het meisje heeft haar telefoon geoplaad.

Pick the right option.

Denk na!

Nadenk!

Denken na!

Pick the right option.

De jongen opneemt de telefoon.

De jongen op de telefoon neemt.

De jongen neemt de telefoon op.

De jongen opnemen de telefoon.

Ik trek een leuk T-shirt aan, als ____.

ik in het weekend uitgaan.

ik ga in het weekend uit.

ik in het weekend uitga.

Separable verbs