Op kamers (conjunctions) - Learn Dutch podcast A2

Mijn naam is Nienke. Ik ben 21 jaar oud en ik studeer geneeskunde in Utrecht. Ik zit in mijn derde jaar. Utrecht is een leuke, gezellige studentenstad. 

Ik wil graag op kamers, maar ik woon op dit moment nog bij mijn ouders in Nieuwegein. Ik kan met het openbaar vervoer naar de universiteit gaan, want Nieuwegein ligt dicht bij Utrecht. Binnen dertig minuten ben ik bij de universiteit. Ik ga met de bus of ik pak de fiets. Ik hou van fietsen, dus dat is geen probleem, maar ik zou toch graag op kamers gaan. Ik zal je even uitleggen waarom. 

Hoewel mijn ouders een vrij groot huis hebben, vind ik het thuis te druk. Ik kan me niet meer goed op mijn studie concentreren, sinds mijn broertje met een nieuwe hobby is begonnen. Mijn broertje is zestien jaar oud en hij houdt sinds kort van drummen. Zodra hij ‘s middags thuiskomt van school, begint hij op zijn drumstel te slaan! Ik wil hem niet vragen om te stoppen met drummen, omdat het zijn grote passie is. Ik vind het wel een beetje irritant. Hij geniet er echt van, maar helaas kan ik niet goed studeren met al dat lawaai. 

Ik kan goed met mijn broertje en mijn ouders opschieten, maar ik ben gewoon klaar om het huis uit te gaan. Ik wil op mezelf wonen, zodat ik me verder kan ontwikkelen en zelfstandiger kan worden. Naarmate ik ouder word, heb ik meer behoefte aan vrijheid. Ik wil mijn eigen kamer in een gezellig studentenhuis, zodat ik echt op eigen benen leer staan! 

Hoe langer ik studeer, hoe meer studievrienden ik in Utrecht heb. Zij wonen bijna allemaal op kamers, dus ‘s avonds spreken ze vaak met elkaar af. Ik kan niet altijd met ze mee, omdat ik in Nieuwegein woon. Dat is echt niet leuk. Ik wil, net als zij, volop genieten van het studentenleven. Het is soms best frustrerend in Nieuwegein te zitten, terwijl mijn beste vrienden een gezellig filmavondje in Utrecht hebben. En als er een studentenfeestje is, moet ik altijd bij een vriendin logeren. Dat is leuk, maar niet altijd handig, dus ik zou graag mijn eigen plekje hebben. 

Helaas is het niet makkelijk om een kamer te vinden, aangezien er gewoon te weinig studentenkamers zijn. Er is een flink woningtekort in Nederland. Je moet vaak jaren wachten op een kamer, tenzij je veel geluk hebt of heel rijk bent. 

Ik heb gehoord dat je sneller een kamer vindt, als je een uitgebreid netwerk hebt. Nu ik dat weet, vertel ik aan iedereen dat ik een kamer zoek. Als een vriend of kennis verhuist, kan ik de kamer misschien overnemen. 

Ik geef niet op, hoor! Ik blijf zoeken, totdat ik een woning gevonden heb. Hopelijk vind ik een leuk plekje, voordat ik mijn diploma heb. En wanneer ik mijn kamer heb gevonden, organiseer ik natuurlijk een housewarming! Kom je ook? Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!