Conjuncties en woordvolgorde

Conjuncties: bestudeer ze! Ze maken het leven een stuk makkelijker en je klinkt veel natuurlijker. Of je nu een verhaal vertelt, argumenten opsomt of voor- en nadelen vergelijkt, voegwoorden voegen structuur toe. Je zult ook meer grip op de woordvolgorde krijgen.

Share&Save

Learn the theory

Conjuncties hebben invloed op de woordvolgorde. In de tabel hieronder vind je de belangrijkste conjuncties met voorbeelden.
Hoofdzin + hoofdzin (normale volgorde): maar, en, of, want, dus (MEOW + D)
  • Vandaag ben ik vrij, maar morgen moet ik werken.
  • Het is koud en het waait hard.
  • Vanavond ga ik koken of ik bestel een pizza. Ik weet het nog niet.
  • Ik kan geen boodschappen doen, want de winkels zijn dicht.
  • Het regent, dus blijf ik binnen.
Hoofdzin + bijzin (de werkwoorden komen op de laatste plaats in de bijzin): omdat, als, terwijl, hoewel, zodra, voordat, nadat, totdat, zodat, toen, mits, indien, tenzij.
  • Ik moet naar school lopen, omdat mijn fiets kapot is.
  • We gaan naar het strand, als het lekker weer is.
  • Jij kookt, terwijl ik de was doe.
  • Hij is gelukkig, hoewel hij niet rijk is.
  • Het programma start automatisch, zodra u uw computer opstart.
  • Je moet een examen doen, voordat je een diploma krijgt.
  • Hij vertrekt naar Australië, nadat hij afscheid heeft genomen.
  • We waren arm, tot(dat) mijn moeder een goede baan kreeg.
  • Ik zet een wekker, zodat ik op tijd wakker word.
  • Ik had geen mobiele telefoon, toen ik tien jaar oud was.
  • Je mag deze film zien, mits je zestien jaar of ouder bent.
  • Je kunt hier parkeren, indien je een vergunning hebt.
  • Je mag deze film zien, tenzij je jonger bent dan zestien jaar.
Je gebruikt de bijzin ook voor de indirecte rede en de relatieve bijzin.

Practice with exercises

You can pick one of these conjunctions (don't use them twice): zodra, want, terwijl, hoewel, tenzij, sinds, maar, omdat, als, dus, toen

Choose the most logical option and remember that the word order can differ per conjunction.

View our data protection policy here
View our data protection policy here
comments

Login to leave a comment

info@thedutchonlineacademy.com
"Dus" offers great flexibility, this is all correct: - Ik ben moe, dus ik ga nu naar bed. - Ik ben moe, dus ga ik nu naar bed. - Ik ben moe, dus nu ga ik naar bed.

Related practice books!

See all books