Learn the theory
Beleefde vraag
Zou + willen + infinitief
Zou je mij willen helpen?
Zou + mogen (+ infinitief)
Zou ik een glaasje water mogen?
Zou ik wat meer informatie mogen krijgen?
Zou + kunnen + infinitief
Zou je mij de weg kunnen wijzen?
Zouden we de afspraak kunnen verzetten?
Wensen
(zou + graag/willen + infinitief)
Ik zou graag een huis in Rotterdam willen kopen.
Ik zou graag een huis in Rotterdam kopen.
Ik zou een huis in Rotterdam willen kopen.
Irrealis - hypothetische situatie (als - dan)
zou + infinitief of imperfectum
Als ik een miljoen euro zou hebben, zou ik een huis in Rotterdam kopen.
Als ik een miljoen euro had, kocht ik een huis in Rotterdam.
Als ik een miljoen euro zou hebben, kocht ik een huis in Rotterdam.
Als ik een miljoen euro had, zou ik een huis in Rotterdam kopen.
Advies / hoe het hoort
Zou + moeten + infinitief (should)
Je zou naar de dokter moeten gaan.
Ik zou nu eigenlijk mijn huiswerk moeten doen, maar ik heb geen zin.
Ik heb je gisteren een brief gestuurd. Je zou hem vandaag moeten ontvangen.
Zou + kunnen + infinitief (could)
Je zou naar de dokter kunnen gaan.
Met irrealis (als dan)
Als ik jou was, zou ik naar de dokter gaan.
Niet nagekomen afspraak/plan/belofte
zou + infinitief
Ik zou een auto kopen, maar ik heb het niet gedaan.
Jij zou het cadeau voor Jacob kopen.
Hij zou hier om 17:00 zijn, maar hij is er niet.
Petra zou de afwas doen.
Onzekerheid/iets wat je je afvraagt
Zou + infinitief?
Zou Patrick morgen op tijd komen?
Zou Karla het leuk hebben op vakantie?
Ik heb het koud en ik moet hoesten. Zou ik ziek worden?
Gerucht
Heb je het gehoord? Willem zou met Anita gezoend hebben!
Deze diersoort zou bijna uitgestorven zijn.
Deze ring zou al 200 jaar oud zijn.