See the new Dutch Grammar ebooks
NEW
Logo/mini Copy
Created with Sketch.
thedutchonlineacademy
Created with Sketch.
Logo/main-compressed
Created with Sketch.
Video courses
Group courses
Books
Dutch grammar
Podcasts
NL
EN
NL
EN
login
Combined Shape Copy
Created with Sketch.
Video courses
Group courses
Books
Dutch grammar
Podcasts
Follow us
Facebook
Instagram
YouTube
Pick the right alternative for the sentence.
Look at the sentences. If you replace the (prepositional) object by a pronoun, what do you get?
Share & Save
We will email the responses & feedback to your inbox for free.
View our data protection policy
here
Ik ben erg blij met het cadeau.
Ik ben erg blij met het.
Ik ben er erg blij mee.
Ik ben erg blij ermee.
Ik ben erg blij met er.
Hij houdt van lezen.
Hij houdt van het.
Hij houdt ervan.
Ze houdt van Peter.
Ze houdt van het.
Ze houdt ervan.
Ze houdt van hem.
Ik kan niet naar deze muziek luisteren.
Ik kan niet naar het luisteren.
Ik kan niet ernaar luisteren.
Ik kan er niet naar luisteren.
Ik vind het gerecht te duur.
Ik vind hem te duur.
Ik vind er te duur.
Ik vind het te duur.
Ik wil stoppen met deze baan.
Ik wil met het stoppen.
Ik wil met hem stoppen.
Ik wil ermee stoppen.
Ik wil ermet stoppen.
Kun je ophouden met zingen?
Kun je met het ophouden?
Kun je ermet ophouden?
Kun je er ophouden mee?
Kun je ermee ophouden?
Ik heb even over je voorstel nagedacht.
Ik heb even over het nagedacht.
Ik heb even erover nagedacht.
Ik heb er even over nagedacht.
Ik heb er even na over gedacht.
Ik heb geen interesse in dit product.
Ik heb erin geen interesse.
Ik heb er geen interesse in.
Ik heb geen interesse in het.
Ik heb in het geen interesse.
Zij luistert altijd naar mijn advies.
Zij luistert er altijd naar.
Zij luistert altijd ernaar.
Zij luistert altijd naar het.
We will email the responses & feedback to your inbox for free.
View our data protection policy
here
Submit your quiz