Ik ben bang voor het spreekexamen!

Het Nederlands Spreekexamen

Je hebt je dus aangemeld (of bent van plan) voor een examen Spreken. Of het nu gaat om een inburgeringsexamen of een NT2 Staatsexamen, de kans is groot dat je zenuwachtig bent. Veel studenten bewaren het spreekexamen voor het laatst, omdat ze er bang voor zijn. Maar dat is niet nodig en zenuwen gaan sowieso niet in je voordeel werken! In dit artikel geven we je enkele tips en trucs om met vertrouwen het examen te halen.

Passieve versus actieve vaardigheden

Zoals je waarschijnlijk al weet, kunnen we 4 soorten vaardigheden onderscheiden als het gaat om het leren van talen: lezen, luisteren, schrijven en spreken. De eerste twee zijn wat we passief noemen: je moet woorden herkennen, je moet de taal begrijpen en er vragen over beantwoorden.

Schrijven en spreken zijn actieve vaardigheden. Je zult de taal zelf moeten produceren. En dat is de reden waarom de meeste studenten het bangst zijn voor deze Nederlandse examens.

Je moet echter weten dat wat van je wordt verwacht in termen van passieve vaardigheden, anders is dan wat van je wordt verwacht in actieve vaardigheden. Met andere woorden: je hoeft niet alle woorden te kunnen reproduceren die je kunt begrijpen. Het Nederlands dat wordt gebruikt bij het leesexamen is veel moeilijker dan wat je moet laten zien tijdens het spreek- en schrijfexamen.

Als de examens over de actieve vaardigheden moeilijker zouden zijn, dan zou je dit kunnen zien aan de slagingspercentages. Maar zoals je hieronder kunt zien, is het spreekvaardigheidsexamen niet altijd het moeilijkste examen Nederlands. De afbeelding toont de resultaten van de Staatsexamens NT2 (B1 en B2).

De meeste studenten denken dat het leesexamen het gemakkelijkst is, maar zoals je ziet is het slagingspercentage vaak lager dan het slagingspercentage van het spreekexamen.

Houd het simpel tijdens het Nederlands spreekexamen

Het examen Nederlands spreken is niet bedoeld om te pronken met je moeilijkste woorden en zinsconstructies. Het draait allemaal om duidelijk en correct spreken. Je verliest punten als je fouten maakt. Je verdient geen extra punten als je er complexe grammatica of woorden in gooit.

Voorbeeld (dit voorbeeld is geen voorbeeld voor het Nederlandse inburgeringsexamen, maar voor het B1/B2 examen):

Je krijgt een telefoontje van een vriend gesprek je in een belangrijke vergadering zit. Luister naar je vriend en reageer.

Vriend: "Hoi! Hoe gaat het? We hebben elkaar lang niet gesproken."

Een simpele situatie dus, maar veel mogelijkheden. Laten we eens kijken naar twee opties:

Hoi! Wat leuk dat je belt. We hebben elkaar inderdaad lang niet gesproken. Ik waardeer het enorm dat je belt, maar op dit moment zit ik in een belangrijke vergadering. Kan ik je later terugbellen? Ik ben om 17:00 uur vrij, dan kunnen we bijpraten.
Hoi! Ik ben op mijn werk, dus ik kan nu niet bellen. Ik bel je vanavond.

Beide opties zijn correct en zouden je hetzelfde aantal punten opleveren, maar optie 2 is veel gemakkelijker, toch? Waarom ingewikkeld doen, als het makkelijk kan? Dat vergroot alleen maar de kans dat je een fout maakt! De woorden en grammatica moeten correct zijn en de inhoud moet aansluiten bij de vragen. Trap niet in de valkuil te experimenteren terwijl je spreekt. Probeer je aan correcte en gemakkelijke zinnen te houden.

Het Nederlands inburgeringsexamen spreken

Het mondeling examen van het Nederlandse inburgeringsexamen is iets anders dan het Staatsexamen NT2. Het examen bestaat uit twee delen: een deel waarin je vragen beantwoordt door in een microfoon te spreken en een meerkeuzedeel waarin je de meest geschikte reactie kiest voor een situatie.

Het is belangrijk om te weten dat je beide onderdelen van het Nederlands inburgeringsexamen spreken goed moet doen. Als je het maximale aantal punten behaalt in het eerste deel, maar zakt in het tweede deel, slaag je niet voor het examen. Op de website van het inburgeringsexamen kun je zelf oefenen en testen.

Hier kun je voorbeelden van vragen en antwoorden downloaden. Houd het simpel en correct. Vergeet de woordvolgorde niet! Hier vind je meer informatie over het inburgeringsexamen schrijven.

comments