Nederlandse grammatica versus Engelse grammatica: 3 tips
Nederlands studeren? Als je Engels spreekt, is de kans groot dat je studeert vanuit vertaling. In dit artikel geven we je 3 tips over de grammaticale verschillen tussen Nederlands en Engels.
1. Nederlands is geen Engels
Dit is een voor de hand liggende, maar een belangrijke. Een nieuwe taal leren is een nieuwe wereld leren. Het is essentieel om het frame van een andere taal, zoals Engels, niet op de taal te leggen die je wilt leren. Het is alsof je de regels van voetbal gebruikt voor hockey. En soms is het alsof je voetbal en karate vergelijkt. Er zijn overeenkomsten, maar zelfs binnen de overlap zijn er verschillen. Behoud een open houding. Ontdek de spelregels, geniet van de puzzel en negeer de regels niet door te zeggen dat ze onlogisch of raar zijn.
Natuurlijk profiteer je van het feit dat je Engels spreekt. De talen zijn gerelateerd en je boekt waarschijnlijk sneller vooruitgang dan iemand die bijvoorbeeld alleen Japans spreekt. Maar na een paar stappen merk je al dat je Engels ook in de weg kan staan, zeker als je de regels die je gewend bent niet loslaat.
2. Nederlandse woordvolgorde: kom maar op!
Punt één is vooral belangrijk als het gaat om woordvolgorde. Bekijk dit voorbeeld eens:
- I want to buy a new bike tomorrow.
- Ik wil morgen een nieuwe fiets kopen.
Of deze:
- I must go now, because I have an important appointment.
- Ik moet nu gaan, omdat ik een belangrijke afspraak heb.
Soms heb je een beetje flexibiliteit, maar vaak zul je moeten leren waar de werkwoorden heen gaan. In de laatste zin staat "heb" bijvoorbeeld aan het einde van de zin vanwege omdat. "Omdat" introduceert een bijzin. Werkwoorden gaan in dit geval naar het einde van de zin.
Het is echter niet alleen de plaats van de werkwoorden. Ook bijwoorden spelen hun eigen spel. Wellicht heb je al gehoord van de Nederlandse TeMPO-regel en de OTeMP-regel. Het is een regel die moedertaalsprekers vaak niet kunnen uitleggen, omdat ze er niet van op de hoogte zijn: ze 'voelen' gewoon hoe een zin moet worden opgebouwd.
- Ik ben gisteren / om half zeven / vrolijk / naar mijn werk / gegaan.
Volgens de TeMPO-regel zetten we Tijd (van minder specifiek (gisteren) naar meer specifiek (half zeven)), Manier (emotie (vrolijk), manier, tijdsduur en meer) en Plaats (spreekt voor zich) in deze volgorde. Als we een indefiniet object zouden hebben, zou het na "plaats" volgen. We hebben er geen in ons voorbeeld. Als een object definiet is - en vooral als het een pronomen is - staat het voor "Tijd".
Het is belangrijk om te weten dat regels zoals de TeMPO-regel vuistregels zijn. Vaak heb je flexibiliteit, maar als je twijfelt: volg de regel.
3. De Nederlandse De en Het: meer dan De en Het
De artikelen "de" en "het" worden vaak als nachtmerrie gezien, omdat het niet eenvoudig is om te weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Als je al bekend bent met andere talen met meerdere geslachten en artikelen, zul je misschien niet verrast zijn.
Hoe dieper je in de Nederlandse taal duikt, hoe meer je je bewust wordt van de impact van de en het. We zullen dit uitleggen door enkele voorbeelden te bekijken:
- Dit is het boek dat ik lees.
- This is the book that I read.
- Dit is de wijn die zo lekker is.
- This is the wine that is so tasty.
De onderstreepte zinnen zijn relatieve bijzinnen. Wat ons opvalt is dat de werkwoorden naar het einde gaan. Iets anders wat opvalt is dat DAT wordt gebruikt voor de eerste zin en DIE voor de tweede. Dit heeft te maken met het feit dat het "het boek" en "de wijn" is.
Ook bijvoeglijke naamwoorden, objectpronomen, een vorm van de bezittelijke pronomen (ons / onze) en demonstratieve pronomen worden beïnvloedt door de en het.
The Dutch Online Academy offers article, grammar explanations, word lists, Dutch grammar exercises and online Dutch lessons via Skype. Start learning Dutch today!
comments
Login to leave a comment