Nederland is een drukbevolkt land. Er zijn nauwelijks plekken te vinden waar de natuur ongestoord haar gang kan gaan. Overal vind je wegen, dorpen en steden. Gelukkig kun je zelfs in de drukste steden van de natuur genieten. Er leven namelijk verrassend veel wilde dieren in de stad. We hebben tien dieren op een rij gezet die je kunt tegenkomen tijdens een wandeling door een stad in Nederland, zelfs in grote steden zoals Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.
Oké, het eerste dier is misschien niet zo verrassend, maar hij moet genoemd worden! De stadsduif. De stadsduif is een van de meest voorkomende wilde dieren in Nederlandse steden. Deze vogel is te herkennen aan zijn grijze verenkleed en glanzende nek. Stadsduiven leven in grote groepen en zijn niet bang voor mensen. In veel steden worden ze gevoerd door mensen, waardoor ze soms brutaal kunnen worden.
Het tweede dier is de steenmarter. Steenmarters hebben een groot aanpassingsvermogen, ze voelen zich bijna overal thuis. Gewoonlijk hebben deze slimme dieren een voorkeur voor een landelijke omgeving, maar je ziet ze ook veel in dorpen en steden. Steenmarters worden vaak in verband gebracht met overlast, omdat ze bijvoorbeeld kabels van auto’s doorbijten. Toch zijn steenmarters nuttige dieren, omdat ze ook op grote schaal ratten en muizen vangen, ze zorgen dus voor een natuurlijk evenwicht. Steenmarters zijn vooral ’s nachts actief en leven in holle bomen en gebouwen.
De egel is waarschijnlijk het meest bekende wilde dier in de stad. Deze kleine, stekelige zoogdieren zijn vooral ’s nachts actief en leven voornamelijk van insecten. Helaas worden egels steeds minder vaak gezien in de stad, doordat hun leefgebied steeds kleiner wordt. Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven om egels te helpen, bijvoorbeeld door het aanleggen van egelvriendelijke tuinen.
Een dier dat juist weer profiteert van de aanwezigheid van de mens in de stad is de slechtvalk. Deze imposante roofvogel jaagt graag op duiven en spreeuwen en die komen veel voor in de steden. Slechtvalken broeden vaak op hoge gebouwen, zoals kerktorens en wolkenkrabbers. De slechtvalk is behoorlijk groot, maar hij is in staat om razendsnel te vliegen en prooien te vangen in volle vlucht.
Een minder bekende gast in de stad is de bunzing. Deze relatief grote marterachtige wordt vaak verward met een otter vanwege zijn langgerekte vorm en gitzwarte vacht. Hoewel bunzingen vooral op het platteland voorkomen, zijn ze ook steeds vaker in de stad te vinden. Dit komt onder ander doordat de mens hun leefgebied heeft verkleind door de aanleg van wegen en bebouwing.
Een dier dat je niet snel zou verwachten in de stad is de wasbeer. Veel mensen weten zelfs niet dat dit dier in Nederland voorkomt. Oorspronkelijk komt het dier namelijk uit Noord-Amerika, maar er leven enkele honderden tot enkele duizenden wasberen in Nederland. De wasbeer is dus een exoot en is in Nederland beland door menselijk handelen. Wasberen zijn zeldzaam en het is moeilijk ze te spotten, maar af en toe duiken ze op in Nederlandse steden. Deze omnivoren zijn vooral ’s nachts actief en gaan op zoek naar voedsel in afvalbakken en tuinen. Hoewel wasberen op het eerste gezicht schattig lijken, kunnen ze behoorlijk agressief uit de hoek komen als ze zich bedreigd voelen.
De ooievaar is een indrukwekkende verschijning die vooral in de lente en zomer te zien is in steden. Deze vogel staat bekend om zijn lange, rode snavel en witte verenkleed. Ooievaars leven voornamelijk in de buurt van water en nestelen graag op hoge gebouwen. Ze zijn inheems in Nederland en kunnen vooral in de lente en zomer worden gezien als ze hun nesten bouwen en jongen grootbrengen. Ooievaars zijn trekvogels en sommige overwinteren in Zuid-Europa en Afrika. Maar niet alle ooievaars vliegen na de zomer naar het zuiden. Van de Nederlandse ooievaars overwintert een deel in eigen land. In de afgelopen decennia zijn ooievaars sterk toegenomen in aantal in Nederland en ze kunnen nu ook buiten het traditionele broedgebied worden gezien.
Een bekend dier dat ook steeds vaker in steden kan worden gespot, is de vos. De vos is een van de meest voorkomende wilde dieren in Nederland en wordt steeds vaker gezien in steden. Zo leven er in Rotterdam naar schatting 30 à 50 vossen. Deze dieren zijn vooral 's nachts actief en zijn te herkennen aan hun oranjebruine vacht en witte kin. Vossen zijn opportunistische eters en kunnen soms kippen en konijnen uit achtertuinen stelen.
De halsbandparkiet is een vogelsoort die oorspronkelijk uit tropische gebieden komt, zoals India en Centraal-Afrika. In de jaren '70 zijn er enkele exemplaren ontsnapt uit dierentuinen en kooien en sindsdien hebben ze zich in Nederland gevestigd. Je kunt ze vooral in de Randstad tegenkomen, waar ze in grote groepen leven.
Hoewel de halsbandparkiet soms als overlast wordt ervaren, heeft de vogel ook positieve effecten op de biodiversiteit. Zo bieden de nestholtes van de halsbandparkiet nestgelegenheid aan andere vogelsoorten, zoals de steenuil en de ringmus. Veel mensen vinden de halsbandparkiet een mooie, tropische vogel. Ze bieden ze voer aan, met name pinda's zijn geliefd.
Het laatste dier uit dit rijtje, is de vleermuis. Vleermuizen zijn nachtdieren die zich in de stad voeden met insecten. Ze gebruiken vaak oude gebouwen als slaapplek en jagen 's nachts boven de straten. Door verstedelijking en verlichting hebben sommige soorten het moeilijk, maar er zijn ook succesverhalen van vleermuizen die zich aanpassen en goed kunnen leven in de stad.
Zo, dit waren 10 dieren die je in de stad kunt tegenkomen! De stad biedt dus gelukkig meer ruimte voor wilde dieren dan je misschien zou denken. We delen onze woonplaatsen met andere wezens en wij als mens kunnen ons steentje bijdragen aan het beschermen en waarderen van hun leefomgeving. Bijvoorbeeld door groene ruimtes te creëren, ons afval op de juiste manier weg te gooien, onze kennis over de natuur in de stad te vergroten en ons bewust te zijn van de gevolgen van ons eigen gedrag. Welke wilde dieren heb jij al gespot in Nederland?
comments
Login to leave a comment