A list with the most common HET-words in Dutch

The most used HET-words in Dutch 

List of het-words

• het adres 
• het afscheid 
• het antwoord 

• het bed
• het bedrag
• het been 
• het begin 
• het bericht 
• het beroep 
• het besluit 
• het bestuur
• het bewijs 
• het bezoek 
• het blad 
• het blik (verpakking) 
• het bloed 
• het boek 
• het bos 
• het brood 

• het cadeau 
• het café 
• het centrum 
• het cijfer 
• het concert 
• het contact 

• het dak 
• het deel 
• het dieet 
• het dier 
• het ding 
• het diploma 
• het doel 
• het dorp 

• het echtpaar 
• het ei 
• het eigendom 
• het eiland 
• het einde 
• het eindpunt 
• het eten 
• het etiket 
• het examen 

• het familielid 
• het feest 
• het formulier 
• het fruit 

• het gas 
• het gat 
• het gebak 
• het gebed 
• het gebied 
• het gebit  
• het gebouw 
• het gebruik 
• het gedeelte 
• het gedicht 
• het gedrag 
• het geduld 
• het gehakt 
• het geheim 
• het geheugen 
• het gehoor 
• het geld 
• het geloof 
• het geluid 
• het geluk 
• het gereedschap 
• het gesprek 
• het getal 
• het gevaar 
• het gevecht 
• het gevoel 
• het gevolg 
• het geweer 
• het geweld 
• het gewicht 
• het gezelschap 
• het gezicht 
• het gezin 
• het gif 
• het glas 
• het gordijn 
• het goud 
• het graf 
• het gras 

• het haar 
• het handvat 
• het hart 
• het heelal 
• het hek 
• het hemd 
• het hok 
• het hoofd 
• het horloge 
• het hotel 
• het hout 
• het huis 
• het huiswerk 
• het huwelijk 

• het ideaal 
• het ijs 
• het ijzer 
• het inkomen 
• het insect 
• het instrument 
• het internet 

• het jaar 
• het jaartal 
• het jack 
• het jong (van een dier) 
• het journaal 
• het jubileum 

• het kabinet 
• het kamp 
• het kanaal 
• het kantoor 
• het kapitaal 
• het kapsel 
• het karakter 
• het karton 
• het kasteel 
• het kind 
• het kleed 
• het klimaat 
• het kompas 
• het konijn 
• het kruid 
• het kruis 
• het kuiken 
• het kunstwerk 
• het kussen 
• het kwartaal 
• het kwartier 

• het laken 
• het land 
• het landschap 
• het lawaai 
• het leger 
• het leven 
• het legitimatiebewijs 
• het lichaam 
• het lichaamsdeel 
• het licht het lied 
• het lid 
• het lijf
• het lijk
• het lokaal 
• het loon 
• het lot

• het medelijden 
• het meer
• het meervoud 
• het menu 
• het merk 
• het mes 
• het metaal 
• het meubel 
• het middel 
• het midden 
• het milieu 
• het miljoen 
• het ministerie 
• het misdrijf 
• het model 
• het moment 
• het monument 
• het museum 

• het nadeel 
• het najaar 
• het nationalisme 
• het net 
• het nieuwjaar 
• het nieuws 
• het niveau 
• het noodweer 
• het nummer 
• het nummerbord 

• het ondergoed 
• het onderhoud 
• het onderwerp 
• het onderwijs 
• het onderzoek 
• het ongeduld 
• het ongeluk 
• het ontbijt 
• het ontwerp 
• het ontzag 
• het onweer 
• het oog 
• het oor 
• het oosten 
• het oppervlak 
• het overhemd 

• het paard 
• het pad 
• het pak 
• het paleis 
• het papier 
• het paradijs 
• het park 
• het parlement 
• het paspoort 
• het pensioen 
• het percentage 
• het perron 
• het personeel 
• het pictogram 
• het plafond 
• het plakband 
• het plan 
• het plastic 
• het plein 
• het plezier 
• het politiebureau 
• het portret 
• het postkantoor 
• het potlood 
• het probleem 
• het proces 
• het product 
• het proefwerk 
• het programma 
• het project 
• het protest 
• het publiek 

• het raadsel 
• het raam 
• het rapport 
• het reisbureau 
• het respect 
• het restaurant
• het resultaat 
• het rijbewijs 

• het salaris 
• het sap 
• het schaap 
• het scheerapparaat 
• het schema 
• het schilderij 
• het schip 
• het schoolbord 
• het schort 
• het schot 
• het schouderblad 
• het schrift 
• het seizoen 
• het shirt 
• het sieraad 
• het signaal 
• het signalement 
• het skelet 
• het slachtoffer 
• het slot 
• het snoer 
• het sofinummer 
• het speelgoed 
• het spek 
• het spel 
• het spitsuur 
• het spook 
• het sportveld 
• het spreekwoord 
• het stadion 
• het standbeeld 
• het standpunt 
• het statiegeld 
• het station 
• het stembureau 
• het stempel 
• het stof 
• het stopcontact 
• het stoplicht 
• het strand 
• het stuk 
• het stuur 
• het succes 
• het symbool 
• het systeem 

• het tapijt 
• het tarief 
• het team 
• het tegoed 
• het teken 
• het tekort 
• het telefoongesprek 
• het telefoonnummer 
• het tempo 
• het tentamen 
• het terrein 
• het terrorisme 
• het testament 
• het theater 
• het ticket 
• het tijdperk 
• het tijdstip 
• het toernooi 
• het toestel
• het toetsenbord 
• het toilet 
• het toneelstuk 
• het totaal 
• het touw 
• het transport 
• het trefwoord 
• het T-shirt 
• het tv-programma 

• het uiterlijk 
• het uittreksel 
• het uitzendbureau 
• het uitzicht 
• het uniform 
• het uur 
• het uurwerk 

• het vak 
• het varken 
• het vee 
• het vel 
• het veld 
• het verblijf 
• het verbod 
• het verbond 
• het verdrag 
• het verdriet 
• het vergif 
• het verhaal 
• het verkeer 
• het verleden 
• het verlies 
• het verlof 
• het verschil 
• het verslag 
• het verstand 
• het vertrek 
• het vertrouwen 
• het vervoer 
• het vervolg 
• het verzoek 
• het vest
• het vet 
• het vierkant 
• het virus 
• het visum 
• het vlees 
• het vliegtuig 
• het vliegveld 
• het vocht 
• het voedsel 
• het voertuig 
• het voetbalveld 
• het volk 
• het voorbeeld 
• het voordeel 
• het voorgevoel 
• het voorhoofd 
• het voorjaar 
• het vooroordeel 
• het voorschot 
• het voorstel 
• het voorwerp 
• het vraagteken 
• het vuur

• het wachtwoord
• het wapen
• het water
• het web
• het weekend
• het weer
• het weerbericht
• het weiland
• het welzijn
• het werk
• het werktuig
• het westen
• het wiel
• het wonder
• het woord
• het woordenboek

• het zaad
• het zadel
• het zand
• het zeil
• het zelfvertrouwen
• het ziekenhuis
• het zilver
• het zintuig
• het zonlicht
• het zout
• het zuiden
• het zwaard
• het zweet
• het zwembad