Describing graphs & charts in Dutch

Whether you are learning for the NT2 Staatsexamen or giving a presentation in Dutch at work: talking about graphs and charts can be handy! Here we present you a list of useful words.

Share&Save

Learn the theory

Movement (Verbs): 

  • Stijgen (is gestegen) +
  • Dalen (is gedaald) -
  • Toenemen (is toegenomen) - Het aantal mensen neemt toe. +
  • Afnemen (is afgenomen) -
  • Zakken -
  • Groeien +
  • Omlaag gaan - 
  • Omhoog gaan +

Prepositions

  • Tussen 2000 en 2003
  • Van 2000 tot 2003
  • De verkoop is toegenomen met 20% 
  • De verkoop is gestegen van 20 naar 30%

Adverbs and intensifiers

  • Sterk  - Het aantal bezoekers neemt sterk toe tussen 7:00 en 8:00.
  • Het aantal bezoekers groeit sterk tussen 7 en 8.  
  • Licht - het aantal bezoekers neemt licht toe tussen 13.00 - 14:00.
  • Langzaam 
  • Beetje bij beetje
  • Gestaag 
  • In rap/snel tempo
  • Dramatisch snel 
  • Stabiel blijven - Het aantal blijft stabiel tussen 9 en 10 
  • Is gestabiliseerd 
  • Stagneren 
  • Stagnatie 
  • Verdubbelen 
  • Correlatie (er is een correlatie tussen A en B) 
  • Correleren 
  • Het verband 

Tops and Bottoms

  • Dieptepunt - 
  • Pieken en dalen + - 
  • Pieken +
  • Hoogtepunt + De drukte bereikt een hoogtepunt om 8 uur ‘s ochtends. 
  • De bodem bereiken -
  • Door het dak gaan + De cijfers gaan door het dak om 8 uur ‘s ochtends 
  • Stijgende lijn 
  • Een groeiperiode / periode van groei 
comments

Login to leave a comment

yosief
deze site is heel super goed ik heb heel veel geleerd

Related practice books!

See all books