Learn the theory
Het Engels beïnvloedt de Nederlandse taal al jaren. Soms heeft het Nederlands simpelweg nog geen woord voor een nieuw (technologisch) concept. Het is dan vaak handig het Engelse woord te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan woorden als internet, online en tool.
Engelse werkwoorden vervoegen in het Nederlands
Laten we naar een voorbeeld kijken. We vergelijken het Nederlandse woord "bellen" en het Engelse woord "appen" (wat zoveel betekent als: iemand sms'en via Whatsapp).
Present tense (tegenwoordige tijd)
- Ik bel je.
- Ik app je.
- Jij belt me.
- Jij appt me.
- Hij belt me.
- Hij appt me.
- Wij bellen je.
- Wij appen je.
- Jullie bellen me.
- Jullie appen me.
- Zij bellen me.
- Zij appen me.
Perfect tense (het perfectum)
- Ik heb je gebeld.
- Ik heb je geappt.
Je hebt de SoFT KeTCHuP regel nodig om te weten of je een D of T moet gebruiken.
Simple past (het imperfectum)
Enkelvoud
- Ik belde je.
- Ik appte je.
Meervoud
- Wij belden je.
- Wij appten je.
Weet je niet hoe je het imperfectum moet vormen? Hier lees je meer.
De Nederlandse taal staat vol met "Engelse" werkwoorden
Enkele andere voorbeelden zijn: skypen, photoshoppen, internetten, computeren, gamen, X-boxen, sms'en, twitteren, shoppen, faxen, uploaden, downloaden, barbecueën, leasen.
Volg gewoon de Nederlandse regels voor deze woorden! Zelfs als het er niet zo goed uitziet:
- Ik heb je foto op Facebook geliket.
- Ik downloadde de documenten.
Maar pas op met Google, want Google eindigt op -le. Engelse woorden die op -le eindigen worden aangepast: googelen.
- Hij googelt altijd alles.
comments
Login to leave a comment