Learn the theory
Had ik maar / Was ik maar
Je drukt duidelijke spijt over een actie in het verleden uit met had ik maar + perfectum en was ik maar + perfectum.
Het woordje maar drukt hier de spijt uit.
- Was ik maar nooit op vakantie gegaan.
- Had ik de deur maar op slot gedaan! Dan hadden ze niet ingebroken.
comments
Login to leave a comment