Learn the theory
Verwijzen naar dingen - pronomen
Hoe verwijs je naar dingen? Hier lees je alles over pronomen om te verwijzen naar dingen.
1. De-woorden (singular)
- De taart is lekker.
- The cake is tasty.
- Hij is lekker.
- It is tasty.
- Wil je hem proeven?
- Do you want to try it?
2. Het-woorden (singular)
- Het boek is mooi.
- The book is beautiful.
- Het is mooi.
- It is beautiful.
- Wil je het lenen?
- Do you want to borrow it?
3. Plural: Ze
- De taarten zijn lekker.
- Ze zijn lekker.
- Wil je ze proeven?
- De boeken zijn mooi.
- Ze zijn mooi.
- Wil je ze lenen?
Practice with exercises
Vul in: hij, hem, het, ze
a) Bedankt voor de bloemen. __ zijn heel mooi. b) Wil je dit boek lenen? Ik heb __ al gelezen. c) Waar is mijn telefoon? Ik kan __ niet vinden. d) Je hebt een mooie trui. __ past goed bij je broek. e) Dit spel is saai. __ is te simpel. f) Deze wijn is duur, maar ik vind __ niet lekker
Solutions
a) Bedankt voor de bloemen. ZE zijn heel mooi. b) Wil je dit boek lenen? Ik heb HET al gelezen. c) Waar is mijn telefoon? Ik kan HEM niet vinden. d) Je hebt een mooie trui. HIJ past goed bij je broek. e) Dit spel is saai. HET is te simpel. f) Deze wijn is duur, maar ik vind HEM niet lekker
Some ideas to keep learning
Leer meer over pronomen.
comments
Login to leave a comment