Present tense in Dutch: irregular

Here you find an overview of the Dutch irregular verbs in present tense. Learn Dutch Online for Free with the Dutch Online Academy

Share&Save

Learn the theory

Irregular Dutch verbs in present tense

Here you see the irregular verbs in the Dutch present tense. There are not many, but they are important because all are high frequency verbs.
In present perfect and the past tense, there are way more irregular verbs!
Do you want to practice your Dutch with Dutch grammar exercises? You will find PDFs full of Dutch grammar exercises in our library.

Practice with exercises

  1. Hij __ een nieuwe jas kopen. (willen)
  2. __ je me helpen? (kunnen)
  3. Jij __ goed zingen! (kunnen)
  4. Ik __ morgen vroeg opstaan. (moeten)
  5. Je __ het examen goed maken. (zullen).
  6. Het __ morgen gaan regenen. (zullen).
  7. __ je roken in dit restaurant? (mogen)
  8. __ u even wachten?

Solutions

  1. Hij wil een nieuwe jas kopen. (willen)
  2. Kun/kan je me helpen? (kunnen)
  3. Jij kan/kunt goed zingen! (kunnen)
  4. Ik moet morgen vroeg opstaan. (moeten)
  5. Je zal/zult het examen goed maken. (zullen).
  6. Het zal morgen gaan regenen. (zullen).
  7. Mag je roken in dit restaurant? (mogen)
  8. Kan/kunt u even wachten?
comments

Login to leave a comment

martin bryant
help more please
Jolie
I like it

Related practice books!

See all books