Learn the theory
Onregelmatig werkwoorden in tegenwoordige tijd
Er zijn maar een paar onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd, maar ze zijn wel heel belangrijk: ze worden veel gebruikt!


In het perfectum en het imperfectum zijn er veel meer onregelmatige werkwoorden.
Dutch grammar exercise
1. Hij __ een nieuwe jas kopen. (willen)
2. __ je me helpen? (kunnen)
3. Jij __ goed zingen! (kunnen)
4. Ik __ morgen vroeg opstaan. (moeten)
5. Je __ het examen goed maken. (zullen).
6. Het __ morgen gaan regenen. (zullen).
7. __ je roken in dit restaurant? (mogen)
8. __ u even wachten?
Antwoorden
1. Hij wil een nieuwe jas kopen. (willen)
2. Kun/kan je me helpen? (kunnen)
3. Jij kan/kunt goed zingen! (kunnen)
4. Ik moet morgen vroeg opstaan. (moeten)
5. Je zal/zult het examen goed maken. (zullen).
6. Het zal morgen gaan regenen. (zullen).
7. Mag je roken in dit restaurant? (mogen)
8. Kan/kunt u even wachten?
Wil je meer Nederlands oefenen? Ga naar onze library voor opdrachten!