Huis of thuis?

Weet jij het verschil tussen HUIS en THUIS? Je hoeft niet te twijfelen. Nederlandse grammaticaoefeningen en uitleg in het Nederlands en Engels. Oefen Nederlands nu online! Nederlandse Skype lessen

Share&Save

Learn the theory

The difference between thuis and huis in Dutch

Soms lijken "thuis" en "huis" op elkaar:
  • Ik ga naar huis.
  • I am going home.
  • Ik ben thuis.
  • I am home.
Wat is het verschil? Het is eenvoudig: thuis betekent at home en wordt bijna nooit gecombineerd met een prepositie.
Huis kan worden gebruikt als house, maar ook als home als je het combineert met een prepositie.

Voorbeelden

  • Ik blijf thuis (no preposition).
  • I stay at home.
  • Ik ben graag thuis (no preposition).
  • I like to be home.
  • Ik ga naar huis (a preposition).
  • I am going home.
  • Ik heb geen eten in huis (a preposition).
  • Ik heb geen eten thuis (no preposition).
  • I don't have food at home.
  • hoe laat vertrek jij vanuit huis? (a preposition)
  • What time do you leave home?
  • Dit is mijn huis.
  • This is my house.

Practice with exercises

Oefening / Exercise

Kies uit: thuis of huis? Choose from: thuis or huis?

a. Ik ben ___.

b. Hij gaat naar ___.

c. In mijn ___ voel ik me ___.

Solutions

Antwoorden / Answers

Kies uit: thuis of huis? Choose from: thuis or huis?

a. Ik ben thuis.

b. Hij gaat naar huis.

c. In mijn huis voel ik me thuis.

comments

Login to leave a comment

Related practice books!

See all books