Learn the theory
Let's look at how to make an adjective from a verb in Dutch.
We take a verb, like bellen (to call by phone)
- De vrouw belt haar moeder.
- De bellende vrouw.
- De jongen schrijft een e-mail.
- De schrijvende jongen.
- Het meisje dat zingt is mijn zus.
- Het zingende meisje is mijn zus.
- De hond die blaft, heet Vlekkie.
- De blaffende hond heet Vlekkie.
Rule: So, it's easy. You just take the full verb and you add + de.
You can also use the past participle as an adjective in Dutch. Let's look at some examples.
Irregular verbs:
- De vis is gevangen.
- De gevangen vis.
- Het boek is geschreven.
- Het geschreven boek.
- De wedstrijd is verloren.
- De verloren wedstrijd.
Regular verbs:
- De taart is mislukt.
- De mislukte taart.
- Een mislukte taart.
- Het vliegtuig is geland.
- Het gelande vliegtuig.
- Een geland vliegtuig.
- Het meisje is gered.
- Het geredde meisje.
- Een gered meisje.
Do you want to know when to use an -e in an adjective in Dutch? Here you can read more!
Practice with exercises
example: Het _ huis (branden). Het brandende huis.
- We moeten de ___ kraan repareren (lekken).
- Ik ga het ___ jongetje troosten (huilen).
- Ik hou van de ___ bloemen in de lente (bloeien).
- De ___ gezichten maken me blij (lachen).
- Het ___ paard krijgt nu gezond eten (vermageren).
Use the past participle now. Be aware: some verbs are irregular (IRR)
- Het ___ schip is na jaren weer gevonden (zinken IRR).
- Ik heb het ___ mondkapje weggegooid (gebruiken).
- Mijn ___ trui is gekrompen (wassen (IRR)).
- Zij heeft haar ___ telefoon weer gevonden (verliezen IRR).
- Ik kan de ___ fiets weer gebruiken (repareren).
Solutions
- We moeten de lekkende kraan repareren (lekken).
- Ik ga het huilende jongetje troosten (huilen).
- Ik hou van de bloeiende bloemen in de lente (bloeien).
- De lachende gezichten maken me blij (lachen).
- Het vermagerde paard krijgt nu gezond eten (vermageren).
Use the past participle now. Be aware: some verbs are irregular (IRR)
- Het gezonken schip is na jaren weer gevonden (zinken IRR).
- Ik heb het gebruikte mondkapje weggegooid (gebruiken).
- Mijn gewassen trui is gekrompen (wassen (IRR)).
- Zij heeft haar verloren telefoon weer gevonden (verliezen IRR).
- Ik kan de gerepareerde fiets weer gebruiken (repareren).
comments
Login to leave a comment
info@thedutchonlineacademy.com
Bedankt voor je bericht, Miguel. Het moest inderdaad "gezonken" zijn! Dat was een foutje.
info@thedutchonlineacademy.com
Bedankt voor je bericht, Miguel. Het moest inderdaad "gezonken" zijn! Dat was een foutje.
Jean
Het ___ schip is na jaren weer gevonden (zinken IRR).
Why is the answer "zinkende" instead of "gezonken"? Doesn't that mean the sinking ship instead of the sunken ship?
Miguel
Beste mensen van DOA,
Ten eerste, gefeliciteerd met the website.
Ten tweede wil ik graag de volgende vragjes stellen:
- De regel zegt: Je pakt het hele werkwoord en je voegt + de toe.
Moet "uitgemergeld" dan niet "uitgemergeld" worden in plaats van "uitgemergeld"?
- Is “gezonken” niet het voltooid deelwoord van “zinken”? Zou de zin dan niet “het gezonken schip…” moeten worden?