Learn the theory
Indirecte rede
De indirecte rede bestaat uit een hoofdzin + bijzin.
Laten we eerst kijken naar een voorbeeld van de directe rede.
- Rogier zegt: ik wil graag een kop koffie met een stuk appeltaart.
Nu kijken we naar een voorbeeld van de indirecte rede.
- Rogier zegt dat hij graag een kop koffie met een stuk appeltaart wil.
Zoals je ziet, staat het werkwoord op de laatste plaats in de bijzin. In de directe rede gebruik je dat of of als connectie tussen de twee zinnen.
Je gebruikt dat voor mededelingen.
- Het meisje hoopt dat zij het examen heeft gehaald.
- Hij weet dat Berlijn de hoofdstad van Duitsland is.
- Wij denken dat we dit jaar op vakantie gaan.
- Hij zegt dat hij graag een kop koffie met een stuk appeltaart wil.
Je gebruikt of voor twijfels of vragen.
- Het meisje vraagt zich af of zij het examen heeft gehaald.
- Hij twijfelt of Berlijn de hoofdstad van Duitsland is.
- Wij weten niet of we dit jaar op vakantie gaan.
- Hij vraagt of hij een kop koffie met een stuk appeltaart kan krijgen.
Je kunt of vertalen als het Engelse whether.
Er is een derde manier om een hoofdzin te verbinden met een bijzin in de indirecte rede: het gebruik van interrogatieven/vraagwoorden.
- Ik weet hoe jouw broer heet.
- Ik heb geen idee wanneer jij jarig bent.
- Hij wil niet zeggen waar hij gisteren is geweest.
- Theo vraagt zich af waarom de les niet doorgaat.
- Willemijn heeft verteld wat ze afgelopen weekend heeft gedaan.
Practice with exercises
Pick DAT or OF for the subordinate clause in indirect speech.
comments
Login to leave a comment